'Voyeur, Voyou, Voyant ou la Peep-show Machine'
Om ons in de kijkdoos van Manouch te begeven, moeten we ons onderdompelen in het Parijs van het begin van de twintigste eeuw.
In tijd noemde men een jonge straatschuimer, die in allerlei louche zaken verwikkeld was om zijn boterham te verdienen 'un hareng'. Wat ook de Franse benaming is voor 'een haring'. De 'harengs' doken meestal onder in een net van criminele activiteiten. Ze werden kruimeldief of pooier.
Eigenlijk, is dit niets meer en niets minder dan een verhaal over vissen en troebel water...
De kijkdoos toont ons een panoramisch spiegelspel.
Het spel van de spiegel defragmenteert de opgenomen afbeeldingen. Door deze manier van creëren ontstaan nieuwe beelden en wijzigt de perceptie ervan.
In de mazen van het net dat de nieuwe soort haring ving, stelt de kijkdoos van Manouch een mutatie voor van een visuele en gevoelige vondst. Hij gebruikt hiervoor het effect van de gefragmenteerde beelden en hun inhoud.
De toeschouwer van de kijkdoos wordt uitgenodigd om voyeur te worden. Hij bevindt zich in het midden van de doos: kijken mag, maar aanraken niet. De illustraties roepen het idee op van een peepshow.
***
Bijkomende uitleg:
Voyeur:
De kijkdoos zelf zet de toeschouwer aan tot voyeurisme. Hij mag kijken, maar mag niets aanraken. Hij bevindt zich in het midden van de box omgeven door peepshowtaferelen.
Voyou:
De toeschouwer wordt met de neus op een peepshow gedrukt. De aanwezigheid van pooiers is dus zaak. In een Parijs taaltje, wordt een pooier ook 'Hareng' genoemd. Die 'Haring' bevindt zich tussen te midden van de peepshow.
Voyant:
Geschiedkundig bekeken, kan men stellen dat dergelijk gebruik van de kijkdoos een soort voorloper is van de bioscoop omdat het systeem toestaat om beelden te defragmenteren en op die manier een nieuwe driedimensionale vorm ontstaat.
Ou la Peep-show Machine:
Omstreeks 1560, realiseerde Van Hoogstraten, een Nederlands schilder, een doos met perspectief. Hij noemde die doos 'Peepshow'.
De peepshow is oorspronkelijk een rechthoekige doos.
Binnenin waren drie wanden, de bodem en het plafond geschilderd. De zesde wand was open. Het licht kwam door deze kant naar binnen. Soms werd er een papiertje voorgehouden. De doos werd dan dicht bij een venster of een kaars geplaatst. Er waren kijkgaten in de twee kortste kanten, die voor 'driedimensionaal' gezichtsbedrog zorgden.
Later kreeg de term 'Peepshow' een totaal andere invulling...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten